Psyche & Geloof 8 nr. 4

december 1997

Artikelen in deze editie


Redactioneel

Hegger, A.T.

125-126

NL

Dit artikel is ouder dan 2.0 jaar. U kunt het gratis downloaden.

Zin in het leven: Wijsgerig-theologische notities over zin, geloof en psycho-sociale hulpverlening

Sarot, M.

127-150

NL

Na te hebben onderscheiden tussen de existentiële en de intellectuele zinvraag, onderscheidt de auteur drie soorten criteria voor zin. Die drie soorten criteria voor zin leiden tot drie modellen van het goede leven: het subjectieve, het objectieve en het intersubjectieve model. Elk model van het goede leven is nauw vervlochten met een aantal feitelijke veronderstellingen en het model dat hulpverleners hanteren, is ook van invloed op de wijze waarop zij omgaan met de zinvragen van cliënten. Hulpverleners doen er goed aan de invloed van het model van het goede leven dat zij zelf aanhangen op hun hulpverlening inzake zinvragen, niet impliciet en onbewust te laten. Integendeel, het zou goed zijn als zij expliciet en bewust van dat model uit zouden gaan. Hulpvragers met zinvragen tenslotte doen er goed aan, hulpverleners te zoeken bij wier positie inzake de zin van het leven zij zich thuis voelen.

zin van het leven, het goede leven, psycho-sociale hulpverlening

Dit artikel is ouder dan 2.0 jaar. U kunt het gratis downloaden.

Understanding of non-natural causality in children and adults: A case against artificialism

Petrovich, O.

151-165

EN

In dit artikel zijn met betrekking tot artificialisme twee kwesties onderzocht: (1) de speculaties van kinderen met betrekking tot de primaire oorsprong van natuurlijke objecten, en (2) hun mentale representaties van God als de vermeende primaire oorsprong van een natuurlijk object. Beargumenteerd wordt dat informatie nodig is over beide kwesties om Piaget's claim te verifiëren dat artificialisme synoniem is met antropomorfisme. Data die verkregen zijn met betrekking tot ( 1) laten zien dat kinderen, evenals volwassenen, de primaire oorsprong van natuurlijke soorten eerder toeschrijven aan God dan aan mensen. Een dergelijke conclusie is onverenigbaar met de traditionele Piagetiaanse claim dat peuters inherent artificialistisch zijn. Data met betrekking tot (2) toonden dat kinderen ertoe neigen God te beschrijven in antropomorfe termen. Verdere navraag onthulde echter dat dergelijke representaties eerder verworven zijn door religieus onderricht dan dat ze een kenmerk zijn van het spontane causale inzicht van kinderen. De huidige resultaten worden besproken in het licht van recent onderzoek naar het inzicht van kinderen in natuurlijke oorzaken. Tevens wordt de relevantie van dit onderzoek besproken voor vroeg religieus onderwijs.

artificialisme, antropomorfisme, Godrepresentatie

Dit artikel is ouder dan 2.0 jaar. U kunt het gratis downloaden.

Boekbespreking: Brümmer, V. & Sarot, M. (Eds.)(1996), Happiness, well-being and the meaning of life

Groenendijk, I.

166-171

NL

Bespreking van het boek: Brümmer, V., & Sarot, M. (Eds.)(1996). Happiness, well-being and the meaning of life. A dialogue of social science and religion. Kampen: Kok Pharos Publishing House. 162 blz.

Dit artikel is ouder dan 2.0 jaar. U kunt het gratis downloaden.

Congresaankondiging: International conference Psyche and Faith '98

ICS

172-173

NL

Aankondiging van de internationale conferentie: Psyche and Faith '98 - Divine reality & therapeutic relationship

Dit artikel is ouder dan 2.0 jaar. U kunt het gratis downloaden.